Levensverhaal eerste week Thailand #4

9 februari 2019 - Pak Chong, Thailand

Hoi!

Ik ben vandaag al een week van huis en heb nu al geen zin meer om blogs te schrijven. Stel het al een aantal dagen uit maar vond het na 7 dagen, dit mooie ronde getal, toch tijd.

Waar ik moet beginnen weet ik niet zo goed. Voordat ik het waagde om dit nieuwe verhaal te beginnen, las ik het einde van mijn vorige blog. Hierin was ik heel nieuwsgierig naar alles hier; inmiddels voelt de hele cultuur alweer normaal. Maar toen ik aankwam dacht ik daar wel wat anders over. Toen Lucy en ik uit het vliegtuig probeerde we eerst de groep te vinden. Na drie minuten niemand gevonden te hebben, veranderden we ons plan en kochten we eerst een simkaart. Dit is overigens ongelofelijk chil, ik vind het heerlijk om continu met de fam in contact te zijn. Aan de andere kant heeft het ook zo z’n nadelen. Ik blijf overal continu bereikbaar en grijp toch sneller naar mn telefoon. De keren dat we een boodschapje deden en ik ‘m thuis liet, vond ik lekker rustig.  

Oké goed, terug naar het vliegveld. We liepen na de simkaart en nadat ik mama gebeld had (de rest heeft relatief aan mij zo weinig contact met thuis) naar buiten om eens te kijken of daar iemand zou zijn. Overweldigd door de hitte renden we bij de eerst volgende ingang weer terug de arrivalhal in; hier stond toevallig een deel van de groep, die ik herkende door het vele stalken op Facebook, al een tijd op ons te wachten. We werden in een absurd mooie van gepropt en werden Bangkok ingereden. Op weg naar ons hostel was ik verbaasd. Grappig genoeg niet door het cultuurverschil of de chaos, maar juist door het geheel tegenovergestelde. De weg was bijna leeg en op een paar auto’s met vijftien personen in de achterbak was er geen hond te bekennen op de weg. Ik had geen bijna dood ervaringen door de Thaise rijstijl en het was zelfs zo rustig dat we binnen een kwartier vanaf de airport in hartje centrum van de stad aankwamen, in een hostel een straat achter de beroemde backpack Khao San Road. We konden nog niet inchecken dus besloten te ontbijten bij ons hostel, een chicken wrap en Thaise noodles voor 3€.

Ik wist nog niet echt wat ik van de mensen vond. Alleen de ASM kon ik eruit halen. Met een vrij grote groep, die overigens pas een klein deel was van de hele, gingen we vervolgens naar een rooftop om wat bij te kleuren en vooral ook bij te komen. Gedurende de dag kwamen onze reisgenoten binnendruppelen. Al snel was er een scheiding tussen de Engelsen en de Nederlanders, die ik juist zoveel mogelijk wilde voorkomen. Nou staan de Engelsen niet echt open voor andere culturen en zijn de meeste Nederlanders hier of te verlegen of te incapabel om Engels te spreken: die scheiding is er nu nog steeds, zelfs veel extremer dan eerst. Op een gegeven moment kwam een groepje die al met z’n vieren 3 weken in Vietnam vertoefd had ook aan. Met twee van hun had ik al wat contact gehad; Lucy (1/4) en Britt (die ik op Facebook niet heel enthousiast vond). Het was daarom een grote verbazing dat Britt eigenlijk mega vrolijk,  nuchter en gezellig was. Na een uurtje wist ik al gelijk dat dit mijn dikke maat ging worden en dat ik met haar op de kamer wilde. De kamerindeling was helaas al gemaakt waar ik iets te duidelijk niet op zat te wachten, dit was toch een backpack reis en geen schoolreisje?! De enige persoon waar ik écht niet bij wilde zitten, sliep ik naast. Denk je aan het fanatiekste lid van de breiclub, dan heb je zo ongeveer een beeld van haar. Uiteindelijk was ze wel heel lief en schoon en heeft ze slechts 1 keer in haar slaap geschreeuwd dus heb ik uiteindelijk 3 prima nachten met haar gehad. Twee in Bangkok en een in Surin.

Na de dag van aankomst hadden we namelijk nog een dag om de prachtige hoofdstad (en diens uitgaansleven) te verkennen. Maandag bezochten we via een boot tour 3 tempels, waarna Britt en ik zijn gaan lunchen op een kneuterig gezellig straatje en hebben we de hele middag Phase 10 gespeeld (aanrader!) en gegeten. Vervolgens mochten we genieten van een diner vanher huis in het hostel en gingen we daarna uit. Wij sloten ons aan bij kamp Engels. Overdag trokken we totaal niet met ze op omdat ze heel intens zijn. Schreeuwen alleen maar, hebben zichzelf vrij hoog zitten en tonen vrij weinig interesse in dingen die niet aan drank gerelateerd zijn. Ondertussen waren zij wel degenen die continu lol schopten waardoor wij ook wel met hun wilden blijven chillen. Dus kozen we ervoor om eerst twee uur lang met 15 Britten op een kamer te gaan zitten om heel veel grappen over seks aan te horen en om vervolgens door te rollen naar de Khao San Road. Een van de betere avonden uit mijn carrière op de dansvloer. Kleine tip: probeer niet te tippen aan die hoeveelheid drank die er daar doorheen gaat. Ongekend.

De volgende dag werden we wat minder leuk wakker maar konden we gelukkig de hele dag schuilen onder een dekentje in een bus van bizarre klasse. Dit was zeer nodig want na beroerde nachten, een jetlag en 1.5 biertje (toch mam en pap?) voelde ik me niet springlevend. De bus dropte ons na 8 uur rijden in het stadje Surin, tussen de mensen die alsof het de normaalste zaak van de wereld is (dat is het daar dus ook) hun olifant gingen uitlaten. We kwamen in het hotel waar ik dus nog een keer met breier Vera moest slapen. Na wat opfrissen sneakten Britt en ik samen het hotel uit het dorpje in. Niet sneakenomdat dat niet mocht, maar omdat het vrij gecompliceerd is mensen af te schudden die niet bepaald gewenst zijn. Wij liepen naar de lokale markt en hebben daar een aantal rondjes gelopen om in te schatten of we streetfood gingen wagen maar besloten toch dat we de schijterij nog even wilden uitstellen. Wel besloten we om zonnebrillen te kopen. Ze kostten 100TBH per stuk dus leek het ons prima om 150TBH voor 2 te betalen. Meneer was daar echter niet van gediend dus gooiden wij onze weglooptruck. Nadat hij hier alleen totaal niet door onder de indruk was, kwamen we na 10 minuten en nog 3 rondjes toch maar terug om de gevraagde €2.8 te betalen. Dit voelt dus nu serieus al als veel geld. Als ik het omreken denk ik natuurlijk dat ik gek geworden ben maar omdat ik in mijn achterhoofd houdt dat het altijd goedkoper kan, baalde ik toch.

De avond sloten we af door met de TukTuk naar het ‘citycenter’ te gaan. We belandden in dé place to be voor de lokalen: er was precies 1 tent met muziek waar zelfs doven een piep van in hun oor zouden krijgen. De communicatie met de chauffeurs was niet goed verlopen want dit was absoluut niet waar we moesten zijn maar we namen het voor lief. Toen ook nog bleek dat de hele menu kaart in het Thais was en wij de attractie van de avond waren omdat men hier denk ik nog nooit een Europeaan gezien had, werden een aantal van het groepje wat ongemakkelijk, chagrijnig en wilden ze eigenlijk afhaken. Ik vond het prachtig zo’n taalbarriere. Na een kip nagedaan te hebben kreeg ik vervolgens de lekkerste maaltijd tot nu toe voor wederom nog geen €4. Britt en ik wilden spelletjes doen maar toen iedereen daar duf op reageerde besloten wij lekker zelf te kaarten. Een Engelse jongen nam de moeite de hele spelregels door te nemen en deed toen ook lekker mee. De rest bleef gewoon chagrijnen en voor zich uit starend balen. Zo gaat het eigenlijk continu met kamp Nederland. Snap er geen hond van dat je het niet een beetje leuk voor jezelf probeert te maken of in ieder geval op zijn minst een gesprek probeert aan te knopen. Ook snap ik nog steeds niet dat altijd overal drank bij moet komen kijken. Iedereen zat weer flink aan het bier terwijl ik oprecht genoot van mijn koude water. Het zal aan mij liggen.

Woensdag vertrokken we naar het olifantenkamp, een uurtje vanaf Surin. Hier moest ik meteen aan Mathilde denken. Dat terrein, waar overal potten, pannen en dieren staan. De geur die net zo heerlijk als daar bestaat uit mest en droogte tegelijk. En de lekkere gezellige sfeer. De lokalen ontvingen ons zo vriendelijk, net als dit hele volk trouwens zo onwijs aardig en relaxed is. Het leukste en meest indrukwekkende waren de olifanten, die nog geen vijf meter van de eettafel vandaan stonden. Het waren er drie, alhoewel ik er meer verwachtte. We gingen naar een veld om sugarcane te hakken en na 20 minuten ging iedereen zo ongeveer van z’n stokkie. Zo onwerkelijk om te bedenken dat meer de helft van deze bevolking dit dagelijks 8+ uur doet in de brándende zon om rond te komen. En dan is het nu ook pas winter.

Na een wederom geweldige maaltijd, waarbij we lekker aten wat de pot schaft, mochten we de olifanten naar de rivier brengen en ze daar wassen. Ongelofelijk gaaf. De mahoots, de eigenaren van de olifanten die samen met de beesten opgroeien en ze behandelen als een waardig familielid (zo waardig dat ze vaak zelfs in huis een eigen kamer hebben), liepen met ons mee en lieten ons genieten van de schoonheid van hun eigen olifant. We zwommen tussen de olifantenpoep en werden nat door hun plas maar dat maakte allemaal niet uit, het was geweldig. De eerste nacht onder airco viel vervolgens wel vrij zwaar. Gelukkig had ik Britt, Julia en Emily als roommates. Omdat Britt en ik besloten als autisten als enige om 1915u naar bed te gaan, kwam het namelijk goed uit dat we naast elkaar lagen. Vooral de Engelsen (verrassend) zopen zich weer helemaal klem om vervolgens allemaal te gaan slapen.

De verdere twee dagen op deze fantastische boerderij heb ik puur genoten. Het leven hier is zo anders en lijkt bijna stil te staan. Niks werkdruk, niks geld verdienen, niks stress. Zolang de olifanten genoeg gegeten hadden en de gasten tevreden bleven, was voor deze mensen alles oke. Wat een leven eigenlijk. Niet dat ik zou willen ruilen, maar als ik niet beter zou weten leek dit me heerlijk.

Gisteren gingen we terug naar Surin waar we onszelf de hele dag moesten vermaken, wat best lastig is in een stomme stad. Gelukkig konden we al uren bezig zijn met het opfrissen en poetsen van ons lichaam want dat was na twee dagen in minimaal 35 graden (de airco was er niet om ons af te koelen) nodig. Samen met mijn maat ben ik snacks gaan halen en hebben we deze allemaal opgevroten, gevolgd door onze luxe roomservice waar we wederom nog geen vijf euro aan gespend hebben. We hadden geen idee wat de rest ging doen maar het leek ons weer prima om in bed te liggen en vroeg te tukken, helemaal nu we om 630u moesten uitchecken.

Na het rijst ontbijt die ik totaal onverwacht heerlijk vond namen we de bus en de trein naar waar we nu zijn, ergens rondom een nationaal park in een stadje dat Pak Chong heet. De hele middag was weer leeg dus besloten we als groep om naar zogenaamde watervallen te gaan. Zoals pap goed verwoordde leek dit meer op een soort Duinrell in de natuur en was dit een complete teleurstelling en slechte uitgave. Goede nieuws: ik heb streetfood gegeten. Het waren kippenbillen; je moet iets als je aan je eiwitten wilt komen.

Nu liggen we al drie uur te chllen op bed in ons resort, waarvan ik dik twee uur geschreven heb zoals jullie je misschien wel kunnen voorstellen. Hoe veel tijd ik leek te hebben is precies hoe weinig tijd ik nu heb. Over 12 minuten wordt iedereen beneden verwacht omdat we lekker gezamenlijk voor Billy’s verjaardag Italiaans gaan halen.

Tot snel lieve allemaal. 
Kab Kung Kah (fonetisch)

Xxx

PS: ik heb toch besloten om mijn foto’s en locaties op een ander forum bij te houden. Volg me dus als je dat leuk vindt ook op Polarsteps onder de naam Alba Samsom

2 Reacties

  1. Rens:
    12 februari 2019
    ja, thnx, heerlijk weer Alb, maar, 2 uur om ons in te lichten, let op dat je de thaise tijd niet mist dan, wel fijn je verhaal voor indrukken, en is tevens je reisverslag, heel belangrijk; benieuwd ook, hoe vind je de natuur, en de thai-bevolking die je ontmoet?
  2. Dink:
    14 februari 2019
    Lieve Alb, wat schrijf je grappig en interessant. Ben zo benieuwd wat je allemaal tegen gaat komen op je reis Het boeddhistisch geloof zit vast in het dagelijks leven verweven, kun je dat merken, bv op die boerderij? Hier vandaag 1e eindelijk weer aangename zonnige dag, maar geen 35 graden hoor. Veel plezier alb met de komende tijd weer. Hoe kom je bij jouw fotos?
    Xxx Dink